We sommen de meest gestelde vragen voor je op rond blusmiddelen.
Blusdeken
We raden aan om in een keuken of een kitchenette een blusdeken te voorzien.
Blusdekens moeten:
- geschikt zijn voor olie- en vetbranden;
- voldoen aan de norm EN 1869;
- worden opgehangen op ca 1,50-1,70 meter hoogte in de omgeving van het fornuis of frietketel maar zodanig dat bij vlam in de pan, het deken nog zonder gevaar kan bereikt en gebruikt worden
Draagbare snelblussers
Draagbare brandblussers moeten een beginnende brand te doven. Ze worden voorzien in gebouwen, bij technische installaties…
De aard van deze blussers wordt bepaald door aanwezige risico’s.
- De brandklassen
-
Om het type brandblusser te bepalen, hou je rekening met de aanwezige brandbare materialen. Deze brandbare stoffen zijn ingedeeld in brandklassen. Je kiest een type blusser i.f.v. de meest voorkomende brandklasse.
- Voor- en nadelen van poeder-, waterschuim-, schuimvetbrand- en CO2-blusser
-
Branden van bepaalde brandklassen kan je met verschillende types brandblussers bestrijden. Elk blusmiddel heeft voor- en nadelen.
- Enkele algemene regels bij de keuze van het type
-
Ruimte
Blusmiddel
Kantoor, magazijn, meergezinswoning zonder noemenswaardige extra brandbare materialen.
Schuimblusser (brandklasse A en B).
ABC-poeder blusser.
Technisch lokaal/ruimte, ruimte met elektronische apparatuur, schakelkast…
CO2 blusser (brandklasse B en voorheen brandklasse E).
Frituur, restaurantkeuken…
ABF-schuimblusser.
- Waar plaats ik draagbare brandblussers (en aan welke andere regels moet er nog worden voldaan)?
-
In elk compartiment worden draagbare snelblussers voorzien met elk een minimale inhoud van 1 snelbluseenheid (6 liter of 6 kg).
Het aantal snelbluseenheden wordt, met uitzondering van grote risico’s, bepaald door de deling van de oppervlakte van het compartiment door 150. Het bekomen aantal, afgerond naar boven +1, geeft het totaal aantal bluseenheden dat moet worden voorzien in het compartiment.
Draagbare brandblussers moeten:
- conform zijn aan de productnorm EN3 en een keurmerk dragen;
- voldoen aan de regels van goed vakmanschap;
- voorzien zijn van signalisatie volgens het KB van 17/06/1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk of pictogrammen in overeenstemming met NBN EN ISO 7010*;
- bevestigd worden met muurhaken of worden opgeborgen in kasten. De handgreep van een draagbare snelblusser mag zich maximaal op 0,8 tot 1,5m hoogte bevinden;
- gemakkelijk bereikbaar zijn en geplaatst worden in de nabijheid van uitgangen en op evacuatiewegen;
- jaarlijks worden nagezien door een hiervoor bevoegde dienst/persoon.
De exploitant moet op regelmatige tijdstippen (bv. driemaandelijks) nagaan of alle blussers aanwezig, niet verplaatst en goed bereikbaar zijn.
Maximaal de helft van de draagbare brandblussers (conform EN3) mag vervangen worden door mobiele blustoestellen (conform EN1866) van telkens ten minste 10 bluseenheden.
Meer informatie?
“Keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen” – Regel van Goed Vakmanschap
“Checklist keuze en plaatsing draagbare snelblussers”
“Regel van goed vakmanschap brandveiligheid keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen” – FIREFORUM
*Pictogrammen
Pictogram volgens NBN EN ISO 7010
Pictogram volgens KB
- Hoe lang mag ik een draagbare brandblusser in gebruik houden?
-
Een draagbare brandblusser onder permanente druk moet je na max. 10 jaar vervangen. Een blusser met intern drukpatroon na max. 20 jaar.
Consulteer voor de levensduur van je brandblusser altijd de voorschriften van de producent.
- Hoe herken ik een draagbare brandblusser onder permanente druk?
-
Je herkent zo’n blusser aan de aanwezigheid van een manometer of drukindicator (behalve bij CO2-blussers: die staan altijd onder druk maar hebben geen manometer).
- Zijn draagbare brandblussers verplicht in appartementsgebouwen?
-
Indien er geen werknemers tewerkgesteld zijn (bv. een conciërge), moet je in de gemeenschappelijke delen van residentiële gebouwen die niet vallen onder de bepalingen (van het KB tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing) waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen, wettelijk gezien geen draagbare snelblussers worden voorzien.
Wij raden dit echter wel aan. Contacteer hiervoor ook de verzekeraar van het gebouw. Die kan dit wél opleggen.
Indien er andere functies dan wooneenheden aanwezig zijn in het gebouw (bv. parkeergarage, handelsruimte, …), vraag je best ons advies. Dat kan via ons e-loket.
- Heb ik een draagbare brandblusser nodig voor privégebruik in mijn appartement of woning?
-
Er zijn geen wettelijke bepalingen die opleggen dat je in je privéwoning (huis, appartement, …) brandblussers moet voorzien.
Wil je toch een blusmiddel voorzien?
Kies bij voorkeur voor een blusdeken in de keuken.
Wil je toch een draagbare snelblusser voorzien?
Kies voor een ABF-schuimblusser van 6 liter: deze blusser is niet alleen geschikt voor het blussen van vaste stoffen en vloeistoffen maar kan ook gebruikt worden om branden van vet en olie te blussen.
Muurhaspels en muurhydranten
Muurhaspels moeten uitgerust zijn met axiale voeding volgens NBN EN 671-1. De haspels moeten zo ingepland worden dat elk punt binnen het compartiment bereikbaar is met de straal van de straalpijp.
Compartimenten met een oppervlakte groter dan 1000m² moeten uitgerust zijn met muurhaspels met axiale voeding (zoals bovenstaand beschreven) en muurhydranten. Het perskoppelstuk van deze muurhydranten dient te beantwoorden aan de voorschriften van het “KB 30/01/1975 tot vaststelling van de type koppelingen gebruikt inzake brandvoorkoming en – bestrijding”.
De toestellen zijn zonder voorafgaande bediening gevoed met water onder druk. Deze druk bedraagt minstens 2,5 bar op het meest ongunstige punt.
De stijgleiding heeft de volgende kenmerken: de binnendiameter en de voedingsdruk moeten zodanig zijn dat de druk aan de minst bedeelde haspel beantwoordt aan de voorschriften van NBN EN 671-1, ermee rekening houdend dat 3 haspels met axiale voeding gelijktijdig moeten kunnen werken.
De leidingen zijn gemaakt uit staal of een materiaal met minstens dezelfde waarborgen. De nodige rapporten worden ter goedkeuring aan de brandweer voorgelegd.
Muurhaspels- en muurhydranten worden aangeduid door signalisatie volgens het KB van 17/06/1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk of pictogrammen in overeenstemming met NBN EN ISO 7010.
Pictogram volgens NBN EN ISO 7010
Pictogram volgens KB
Meer informatie?
“Plaatsing van de installaties: slanghaspel- en muurhydrantensystemen” – Regel van Goed Vakmanschap
“Checklist keuze en plaatsing draagbare snelblussers”
“Regel van goed vakmanschap brandveiligheid keuze en plaatsing van draagbare en mobiele blustoestellen” – FIREFORUM