Hierbij een niet-limitatieve opsomming.
- Ontgrendelen (nood)uitgangen
-
Bij aanwezigheid van personen in het gebouw/exploitatie, kunnen alle deuren en alle (nood)uitgangen op het evacuatietraject onmiddellijk geopend worden zonder gebruik van een sleutel, badge of code met uitzondering van de toegangsdeuren tot appartementen en de ééngezinswoningen.
Indien om veiligheidsredenen bepaalde deuren vergrendeld moeten zijn (bv. in woon- en zorgcentra), kunnen deze deuren én handmatig ontgrendeld worden van op één centrale plaats én automatisch ontgrendelen bij automatische branddetectie.
- Belemmeren evacuatieweg, (nood)uitgangen en de wegen ernaartoe
- De evacuatiewegen, uitgangen en nooduitgangen en de wegen die toegang geven tot de evacuatiewegen, uitgangen en nooduitgangen worden vrijgehouden. Ze worden niet door voorwerpen geblokkeerd (zowel in het gebouw als buiten het gebouw). Zij worden steeds onbelemmerd gebruikt.
- Lassen en snijden met brander
- Lassen en snijden met de brander of de elektrische boog is verboden in de nabijheid van recipiënten die ontvlambare vloeistoffen of gassen, calciumcarbide of dergelijke producten inhouden of hebben ingehouden. Dit tenzij noodzakelijke voorzorgen worden genomen zodat ze geen enkel spoor van die producten bevatten.
- Lokaal met explosieve atmosfeer: vonken voorkomen
-
In lokalen waarin een ontplofbare atmosfeer kan optreden, worden aangepaste maatregelen genomen om het vormen van vonken en gevaarlijke ladingen statische elektriciteit te voorkomen.
- Lokaal met explosieve atmosfeer: verboden zaken
-
In de lokalen waarin een ontplofbare atmosfeer kan voorkomen, is het verboden:
- te roken;
- vuur te maken;
- te lassen met de boog of met de brander;
- gebruik te maken van andere lampen dan veiligheidslampen;
- te werken met werktuigen die vonken kunnen voortbrengen;
- of de lokalen te betreden met schoenen die met ijzer zijn beslagen of met schoenen die uit elektrisch oogpunt niet volledig geïsoleerd zijn.
- Ontvlambare of giftige vloeistoffen of gassen: opslag en hoeveelheden
Wanneer de uitvoering van het werk het gebruik van ontvlambare of giftige vloeistoffen of gassen noodzakelijk maakt, worden de hoeveelheden van die vloeistoffen en gassen in de werkplaats beperkt tot het strikte minimum. Die vloeistoffen en gassen zijn opgeslagen in onbreekbare recipiënten die hermetisch gesloten kunnen worden.
In laboratoria is het gebruik van glazen recipiënten met een waterinhoudsvermogen van maximum drie liter toegelaten.
- Ontvlambare of makkelijk brandende stoffen: verboden nabij warmtebron
-
Het is verboden:
- ontvlambare of gemakkelijk brandbare stoffen;
- recipiënten die ontvlambare stoffen bevatten of bevat hebben;
- recipiënten die samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassen bevatten;
in de nabijheid te plaatsen van om het even welke vuurhaard of warmtebron. Dit tenzij je ertoe verplicht bent en op voorwaarde dat de voorzorgen zijn genomen die de omstandigheden vereisen.
- Ontvlambare reinigingsvodden of afval: verboden op te hopen
Het is verboden afval en reinigingsvodden en die spontaan of gemakkelijk ontvlammen, te laten ophopen.
Zij worden in aangepaste metalen recipiënten geplaatst die voorzien zijn van deksels, of opzij gelegd zodat elk brandgevaar uitgeschakeld wordt. Afval wordt zo dikwijls als nodig verwijderd.