De aanwezigheid van fotovoltaïsche panelen, vormt voor de brandweer een groot risico bij interventies.
In die zin heeft onze zone beslist dat er ondanks het feit er geen wettelijke bepalingen bestaan vanuit brandpreventief oogpunt, je minimum rekening moet houden met onderstaande bepalingen:
- Het volledige fotovoltaïsch zonne-energiesysteem en al zijn elektrische kringen en verbruikers moet voldoen aan de algemene bepalingen en richtlijnen van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
- Het volledige fotovoltaïsch zonne-energiesysteem is gekeurd door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC). De periodiciteit is opgenomen in het AREI. Het attest van de keuring wordt met de brandweer gedeeld.
- De onderdelen waarmee het fotovoltaïsch zonne-energiesysteem samengesteld is, moet een CE-markering bezitten;
- De fotovoltaïsche zonnepanelen en de omvormer zijn zodanig opgesteld dat ze goed bereikbaar zijn voor de brandweerdiensten.
- De omvormer (invertor) is goed bereikbaar voor de controle van de werking van het systeem, daarnaast wordt de omvormer voldoende geventileerd om geproduceerde warmte af te voeren. De omvormer staat altijd op een droge plaats gemonteerd, op een minimale hoogte van 1m t.o.v. het grondoppervlak (maaiveld). Alle nodige voorzorgen zijn genomen zodat bij wateroverlast geleiders of contacten niet in contact kunnen komen met water.
Er is een aanduiding met de vermelding “zonnepanelen aanwezig”. Dat kan o.a. door duidelijk zichtbaar een sticker aan te brengen bij de hoofdtoegang.
Je kan de sticker hier downloaden.