Wil je het extra gezellig maken door kaarsjes te plaatsen? Hou dan rekening met enkele brandveilige tips.
- Laat kaarsen nooit zonder toezicht branden.
- Hou ze buiten het bereik van kinderen en huisdieren.
- Zet kaarsen bij voorkeur in een kaarsenhouder of op een onbrandbare, stabiele ondergrond.
- Hou kaarsen uit de buurt van brandbare materialen, zoals gordijnen.
- Verplaats een brandende kaars nooit.
- Plaats kaarsen minimaal 10 cm van elkaar.
- Zet ze niet dicht bij een warmtebron zoals zonlicht, verwarming of open haard. Kaarsen die te dicht naast een warmtebron staan, kunnen gaan druipen.
- De pit (het brandende gedeelte van de lont) mag 10 tot 15 millimeter zijn. Knip een deel van de pit af wanneer hij te lang wordt. Kaarsen met een te lange pit kunnen gaan walmen en flakkeren.
- Let op met theelichtjes. Plaats deze steeds in een schoteltje, liefst gevuld met zand. Zet ze nooit onder of in de buurt van brandbare materialen.