De plaatsing van de melder hangt af van verschillende factoren. We zetten de belangrijkste op een rij.
In een ruimte met een mogelijke CO-bron
- Aan het plafond
-
- Op een horizontale afstand tussen 1 en 3 meter van de CO-bron.
- Centraal in de ruimte.
- Op minimaal 30 centimeter van omliggende muren.
- Niet naast luchtinlaten of luchtuitlaten of andere objecten aan het plafond.
- Bij een schuin plafond
-
- Op een horizontale afstand tussen 1 en 3 meter van de CO-bron.
- Plaats de melder aan de hoge zijde van het schuine plafond.
- Aan de muur
-
- Op minimaal 15 centimeter tot maximaal 80 centimeter van het plafond.
- Op 1 tot 3 m van de verbrandingsbron.
In een ruimte zonder CO-bron
- Slaapkamers: op (minimaal) ademhoogte
-
- In slaapkamers is ademhoogte de hoogte waarop men slaapt.
- Niet naast luchtinlaten of luchtuitlaten.
- Niet achter objecten zoals gordijnen en kasten.
- Overige ruimtes: op (minimaal) ademhoogte
-
- Afhankelijk van activiteiten in de ruimte komt ademhoogte overeen met zit- of loophoogte.
- Niet naast luchtinlaten of luchtuitlaten.
- Niet achter objecten zoals gordijnen en kasten.
Plaats hier nooit de CO-melder
- Niet naast luchtinlaten of luchtuitlaten, en evenmin naast de afzuigkap.
- Niet naast een deur of raam.
- Niet achter objecten zoals gordijnen en kasten.
- Niet boven de gootsteen of in de nabijheid van kookapparatuur: de stoomvorming kan de werking van het apparaat aantasten.
- Niet in een vochtige locatie: vocht kan de werking aantasten.
Vermijd de aankoop van gecombineerde detectoren van zowel rookmelders als CO.